1.00
Vraag
Is er sprake van een medische zorgvraag? (somatisch/psychiatrisch)
Toelichting
Deze vraag gaat over medische klachten, symptomen, medicatievragen die verdere medische exploratie nodig hebben.
1.01
Vervolgvraag
Is het een nieuwe klacht?
1.02
Vervolgvraag
Is sprake van acute verergering?
1.03
Vervolgvraag
Is de patiënt onder behandeling van een specialist voor deze aandoening?
Toelichting
Bijvoorbeeld langer bestaande buikpijn bij ziekte van Crohn, toename gewrichtsklachten bij reuma, toename somberheid bij bekende bipolaire stoornis, herhaalrecept van door cardioloog voorgeschreven medicatie, gedragsproblemen bij demente patiënt in kleinschalige woonvorm, etc.
1.04
Antwoord
U verwijst terug naar de specialist bij wie uw patiënt onder behandeling is. Dit geldt ook voor zorgcoördinerende taken.
Zorgcoördinatie: bestaat uit verbinding tussen en aanspreekpunt voor hulp/zorgverleners, regievoering, dossierbeheer.
Uitkomst
De medisch-specialist is verantwoordelijk voor de medische zorg voor patiënten die bij hem onder behandeling zijn. Dit geldt ook voor zorgcoördinerende taken zoals herhaalreceptuur, opdracht aan wijkverpleging of andere opdrachten, tenzij er duidelijke afspraken over zijn gemaakt (bv omdat het voor de (kwetsbare) patiënt betere zorg oplevert.) Meer informatie leest u in het standpunt herhalen gespecialiseerde ggz medicatie.
Meer leest u in de richtlijn van het NHG Informatie uitwisseling tussen huisarts en specialist.
1.05
Vervolgvraag
Is het een vraag over preventie?
Zie voor een onderscheid in verschillende soorten preventie met voorbeeld de toelichting.
Toelichting
Preventie, onderscheid in verschillende soorten met voorbeeld:
- Universele preventie: gericht op de hele bevolking, zoals beweegprogramma’s in de wijk, stoppen met roken campagne overheid, hoge accijns op frisdrank.
- Groepspreventie: gericht op delen van de bevolking, zoals vaccinatie van kinderen, bevolkingsonderzoek van vrouwen, PREP voor MSM, griepvaccinaties naar leeftijd, infectiepreventieprotocol in verzorgingshuis/kleinschalige woonvorm.
- Geïndiceerde preventie: preventie bij mensen met beginnende gezondheidsklachten, zoals afvallen bij knieklachten, stoppen met roken bij hoesten.
- Zorggerelateerde preventie: preventie bij mensen met een bestaande aandoening gericht op het voorkomen van complicaties, zoals stoppen met roken bij COPD, afvallen bij diabetes, statines na myocardinfarct.
1.06
Vervolgvraag
Is het preventie van 1 persoon (bijvoorbeeld patiënt wil afvallen)?
1.07
Vervolgvraag
Is sprake van een patiënt met medische klachten of gerelateerde aandoening, waarbij preventie op maat nodig is?
Toelichting
- Medische klachten of symptomen: bijvoorbeeld pijn in de knieën, hoesten.
- Gerelateerde aandoening: bijvoorbeeld diabetes, gonartrose, COPD.
1.08
Antwoord
Het betreft een gezond persoon zonder medische klachten of gerelateerde aandoening, dit is geen zorg voor de huisarts.
Uitkomst
Voor wie is deze zorg dan wel?
Preventie aan gezonde mensen zonder medische klachten hoort thuis bij de GGD (vaccinaties, PREP), jeugdgezondheidszorg (consultatiebureau/schoolarts), gemeente of andere publieke voorzieningen (algemene voorlichting over gezond leven, eten, clubs voor sport en beweging).
1.09
Vervolgvraag
Er is sprake van een groep patiënten. Hebben ze dezelfde specifieke medische klacht of gerelateerde aandoening?
Toelichting
- Voorbeeld van ja: alle diabeten, alle COPD-ers, alle kwetsbare ouderen.
- Voorbeeld van nee: alle 65+ers, alle kinderen onder de 4 jaar.
1.10
Antwoord
Er is sprake van groepspreventie van mensen zonder een specifieke medische klacht of gerelateerde aandoening. Let op: dit is geen basishuisartsenzorg, maar kan eventueel wel als aanvullend of bijzonder aanbod worden aangeboden.
Uitkomst
In deze categorie vallen de griep of pneumococcenvaccinatie voor alle 65+-ers. Dit is geen basisaanbod, kan eventueel als bijzonder aanbod worden aangeboden.
1.11
Vervolgvraag
Is sprake van een care-verpleegkundig/verzorgend probleem?
Care-probleem: een probleem dat ligt op het terrein van de verpleegkundige/verzorgende en waar geen medische kennis, diagnostiek of behandeling nodig is.
Toelichting
Bijvoorbeeld wondzorg, injectie, hulp bij persoonlijke verzorging, maaltijden, medicatie inname, etc.
1.12
Vervolgvraag
Kan de patiënt thuis worden verzorgd?
1.13
Antwoord
Verwijs naar wijkverpleging voor indicatiestelling en organisatie van thuisverpleging of -verzorging.
Uitkomst
- Stuur door naar wijkverpleegkundige of case-manager dementie
- Of doe in eigen beheer als aanvullend/bijzonder aanbod tegen speciaal tarief door bv POH-ouderenzorg of POH-jeugd.
Bv coördinatie van coördinatie tussen care(verzorgende of verpleegkundige taken) en sociaal domein (hulpmiddelen bij verzorging, alarmering, vrijwilligers die boodschappen doen, huishoudelijke hulp, maaltijdvoorziening en hulp bij eten geven)
1.14
Vervolgvraag
Woont de patiënt al in een instelling? (vb: verzorgingshuis, kleinschalige woonvorm)
1.15
Antwoord
Verwijs naar de wijkverpleging verbonden aan de instelling voor het opschalen van de zorg. Let op: besluit u zelf verpleegkundige zorg te coördineren in bijvoorbeeld een kleinschalige woonvorm, mogelijk samen met uw POH voor ouderen, dan is dit aanvullend aanbod.
Uitkomst
Oudere patiënten verblijven steeds vaker in kleinschalige woonvormen. Welke invloed hebben de woonvorm en de Wlz-indicatie op de zorg die u als huisarts levert? Het schema ‘Huisartsenzorg voor ouderen, per woonsituatie’ geeft inzicht in de verschillende situaties waarmee u te maken heeft.
1.16
Vervolgvraag
Is sprake van een spoedsituatie?
1.23
Vervolgvraag
Is sprake van een zingevingsvraag?
Toelichting
Waarom-vragen die opkomen bij het doormaken van een life-event (zoals naderend levenseinde, overlijden geliefde, echtscheiding, miskraam, studiekeuze). Het gaat om (normale vragen) over verwerking, angsten, en fundamentele vragen en acceptatie.
1.17
Antwoord
Verwijs naar ELV loket. Zie voor meer informatie het dossier eerstelijnsverblijf op de LHV website.
1.18
Vervolgvraag
Is het probleem zonder spoed somatisch of psychogeriatrisch van aard?
Toelichting
Somatisch, niet acuut: meer dan x aantal thuiszorgmomenten per dag nodig indien niet palliatief, tillift nodig, volledig zorgafhankelijk.
PG, niet acuut: permanent toezicht nodig, dwaalgevaar, continu psychische onrust, overbelaste mantelzorger.
1.24
Antwoord
Bespreek met de patient wat bij hem/haar past. Dit kan verwijzing naar een geestelijk verzorger zijn, of naar een geestelijke, een coach, een studiebegeleider. Klik hier voor meer informatie.
1.19
Antwoord
Let op: dit is geen basistaak voor de huisarts. Wijs de patiënt en diens vertegenwoordiger op de website van het CIZ, waar zij zelf een aanvraag kunnen doen.
Uitkomst
Een indicatie voor een verpleeghuis of verzorgingshuis op somatische gronden gaat via het CIZ en kan de patiënt zelf aanvragen, eventueel met hulp van de wijkverpleging.
1.20
Antwoord
Verwijs naar de casemanager dementie. Verzet de patiënt zich tegen noodzakelijke opname? Verwijs voor een beoordeling volgens de Wet Zorg en Dwang (WZD) naar de SO/WZD-functionaris.
Uitkomst
Zorg dat u weet hoe u in uw regio de casemanager dementie inschakelt. Meestal kan dit via de wijkverpleging of een grote thuisorganisatie. De casemanager helpt de patiënt om de aanvraag via het CIZ in te dienen, zodat zorg geleidelijk kan worden opgeschaald. Meer informatie over de casemanager dementie op de website van de LHV.
1.25
Antwoord
Het doorlopen van het schema heeft geen duidelijkheid gegeven over waar de vraag thuis hoort. U kunt het volgende overwegen:
- Mogelijk heeft u meer gegevens nodig , neem contact op met de zorgvrager
- Mogelijk kan overleg met een collega uit de praktijk u verder helpen
- Overleg met een kaderhuisarts of andere specialist
- Voor overleg kunt u altijd contact opnemen met de LHV
1.21
Vervolgvraag
Is sprake van een sociaal/welzijns probleem?
Toelichting
Schulden, rollator, urgentieverklaring woning, begeleiding patiënt met beperking, vinden dagbesteding, opvoedingsondersteuning, sociale bezoeken ivm eenzaamheid.
Ook coördinatie van hulp door verschillende instanties binnen het sociale domein hoort hiertoe. Bijvoorbeeld als het gaat om school, schuldhulpverlening, woningbouwvereniging, huishoudelijke hulp, wijkagent.
1.22
Antwoord
Verwijs naar loket gemeente, Wmo-loket in gemeente/wijk of direct naar een bekende hulpverlener volgens bestaande afspraken binnen uw wijk.
Toelichting
Bijvoorbeeld welzijn op recept.
2.00
Vervolgvraag
Is sprake van een medisch-generalistisch (huisartsgeneeskundig) probleem?
Om tot een antwoord te komen kunt u zichzelf de 3 vragen stellen, te vinden onder de i. Ook vindt u hier de definitie van medisch-generalistisch.
Toelichting
Medisch generalistisch:
Medisch-generalistisch: medische aandoeningen die door de huisarts worden gediagnosticeerd en behandeld, dat wil zeggen:
- Met een voorkomen van meer dan 2/1000 (zie Nivel zorgregistraties)
- Behorend tot het basisaanbod huisartsenzorg (zie LHV document 2015)
- Zoals beschreven in de (hoofdtekst van) de NHG-standaarden, en/of
- Waar de rol van de huisarts beschreven is in eerstelijnssamenwerkingsafspraken (LESA) of multidisciplinaire richtlijnen.
3 vragen die u uzelf moet stellen:
- Levert aanvullend onderzoek of behandeling in de eerste lijn vertraging op of is het niet bijdragend?
- Vereist de behandeling organisatie en aansturing vanuit team(s) buiten de eigen huisartsenpraktijk?
- Vereist de behandeling wettelijke kaders waarin de huisarts geen rol heeft?
Heeft u een van de vragen met ‘ja’ beantwoord, dan past de vraag niet binnen het basisaanbod huisartsenzorg.
Voorbeelden van huisartsgeneeskundige vraagstukken:
Gewone diagnoses zoals rugpijn, oorontsteking, lichte psychische klachten zoals rouw, somberheid, relatieproblemen.
Voorbeelden van niet-huisartsgeneeskundige vraagstukken:
- Sterke verdenking op reumatoïde artritis> laboratoriumonderzoek in de eerste lijn geeft onwenselijke vertraging > direct verwijzen naar reumatoloog. Zie voor meer informatie de NHG-standaard Artritis.
- Coördinatie van verzorgende team in kleinschalige woonvorm. Zie voor meer informatie de LHV leidraad medische zorg in kleinschalige woonzorginstellingen.
- Vraag aangaande dwangzorg zoals dwangmedicatie of bedhekken plaatsen. Zie voor meer informatie Wet Verplichte Geestelijke Gezondheidszorg (wvggz) en de Wet Zorg en Dwang (wzd).
2.01
Antwoord
U kunt ervoor kiezen te verwijzen (extern) of in eigen beheer te doen als aanvullend/bijzonder aanbod.
2.02
Vervolgvraag
Aanvullend onderzoek is nodig om te bepalen of sprake is van een medisch generalistisch probleem. Er is wachttijd voordat de resultaten van het onderzoek bekend zijn.
U gaat daarna verder in de LHV Aanbodwijzer: duidt de uitslag op een medisch generalistisch probleem? Zie de toelichting voor de definitie van medisch-generalistisch.
Toelichting
Medisch-generalistisch: medische aandoeningen die door de huisarts worden gediagnosticeerd en behandeld, dat wil zeggen:
- Met een voorkomen van meer dan 2/1000 (zie Nivel zorgregistraties)
- Behorend tot het basisaanbod huisartsenzorg (zie LHV document 2015)
- Zoals beschreven in de (hoofdtekst van) de NHG-standaarden, en/of
- Waar de rol van de huisarts beschreven is in eerstelijnssamenwerkingsafspraken (LESA) of multidisciplinaire richtlijnen.
Voorbeelden:
Waarvoor je aanvullend onderzoek doet omdat je nog niet weet of het medisch-generalistisch of medisch-specialistisch is: vaginaal bloedverlies na seks (uitstrijkje maken en kweek. Bij afwijkende uitslag kan het nodig zijn om iemand naar gynaecoloog te verwijzen), vergeetachtigheid (MMSE kan door POH ouderenzorg of na verwijzing door geheugenpoli worden opgepakt), hoestende roker (röntgenfoto van de longen nodig, bij afwijkende uitslag verwijzen naar longarts), somberheid (bij eerste gesprek niet duidelijk of er sprake is van een depressie of van aanpassingsproblemen; plan dan een tweede afspraak bij jezelf of bijvoorbeeld bij de POH-GGZ.
Let op: strikt genomen is dit geen ‘aanvullend onderzoek’, we spreken dan van ‘aanvullende anamnese’. Op het moment dat je gebruik maakt van een aanvullende vragenlijst, is spraken van aanvullend onderzoek.
2.03
Antwoord
Hier kunt u ook weer in eigen beheer verder gaan en u kunt verwijzen.
Verwijs naar tweede lijn of zelfs 3e lijn voor behandeling en/of nadere diagnostiek.
>Of behandel in eigen beheer als bijzonder aanbod
NB Indien diagnose bevestigd en behandeling gestart in 2e/3e lijn blijft huisarts betrokken als steun maar is niet primair verantwoordelijk voor zorg/zorgcoördinatie voor dit probleem tenzij anders afgesproken.*
3.00
Vervolgvraag
Interventie, advies of behandeling is nodig. Bepaal of de behandeling in eigen beheer (intern) of door anderen (extern) wordt gedaan?
Toelichting
Intern
Door het team in huisartsenpraktijk.
Bijvoorbeeld:
- Advies: afwachten bij verkoudheid of door de huisarts voorgeschreven antibiotica
- Oorontsteking door huisarts, diabetes door POH-somatiek, relatieproblemen door POH-GGZ
Extern:
Door een andere eerstelijnszorgverlener buiten de eigen huisartsenvoorziening (bijvoorbeeld fysiotherapeut, eerstelijnspsycholoog, diëtist etc.).
3.01
Antwoord
Verwijs binnen 1e lijn.
3.02
Vervolgvraag
Gaat u het in eigen beheer doen?
Toelichting
Maak de afweging of u de zorg kan/wil leveren:
- Heeft u voldoende personeel, ruimte, tijd om deze taak uit te (laten) voeren binnen uw huisartsenteam?
- Bent u voldoende bekwaam voor het superviseren van uw personeel (voorbeeld POH GGZ)?
- Bent u de beste zorgverlener voor deze taak of kunt u het beter aan een ander overlaten? Pas op in gaten te springen die anderen laten liggen.
U kunt ook overwegen de zorg in samenwerking met andere huisartsenpraktijken uit uw hagro of zorggroep te leveren (horizontale verwijzing).
3.03
Antwoord
U bent van plan aanvullend aanbod in de huisartsenpraktijk aan te bieden. Vanzelfsprekend bent u vrij dit te doen, u bent het echter niet verplicht richting uw patiënten. Wees u zich er daarom bewust van dat uw basisaanbod hierdoor niet in de knel mag komen.
Toelichting
Maak de afweging of u de zorg kan/wil leveren:
- Heeft u voldoende personeel, ruimte, tijd om deze taak uit te (laten) voeren binnen uw huisartsenteam?
- Bent u voldoende bekwaam voor het superviseren van uw personeel (voorbeeld POH GGZ)?
- Bent u de beste zorgverlener voor deze taak of kunt u het beter aan een ander overlaten? Pas op in gaten te springen die anderen laten liggen.
U kunt ook overwegen de zorg in samenwerking met andere huisartsenpraktijken uit uw hagro of zorggroep te leveren (horizontale verwijzing).
3.04
Vervolgvraag
Is het huisartsgeneeskundige basiszorg?
Toelichting
Het huisartsgeneeskundig zorgaanbod in Nederland is onderverdeeld in het basisaanbod, dat voor iedere huisarts gelijk is, en het aanvullend en bijzonder aanbod. Met het aanvullend en bijzonder aanbod kunt u als huisarts uw zorgaanbod verbreden en inspelen op de zorgvraag van de patiënten in uw verzorgingsgebied.
Ook komt het aanvullend en bijzonder aanbod tegemoet aan de behoefte van huisartsen aan differentiatie en specialisatie. Zie voor meer informatie het aanbod huisartsgeneeskundige zorg op de website van de LHV.
3.05
Antwoord
Start behandeling