Aanbodwijzer

Aanbodwijzer

Fase 1: ProbleeminventarisatieFase 2: Diagnostische faseFase 3: Behandeling van een medisch generalistisch probleem

1.00

Vraag

Is er sprake van een medische zorgvraag? (somatisch/psychiatrisch)

1.01

Vervolgvraag

Is het een nieuwe klacht?

1.02

Vervolgvraag

Is sprake van acute verergering?

1.03

Vervolgvraag

Is de patiënt onder behandeling van een specialist voor deze aandoening?

1.04

Antwoord

U verwijst terug naar de specialist bij wie uw patiënt onder behandeling is. Dit geldt ook voor zorgcoördinerende taken.

Zorgcoördinatie: bestaat uit verbinding tussen en aanspreekpunt voor hulp/zorgverleners, regievoering, dossierbeheer.

1.05

Vervolgvraag

Is het een vraag over preventie?

Zie voor een onderscheid in verschillende soorten preventie met voorbeeld de toelichting.

1.06

Vervolgvraag

Is het preventie van 1 persoon (bijvoorbeeld patiënt wil afvallen)?

1.07

Vervolgvraag

Is sprake van een patiënt met medische klachten of gerelateerde aandoening, waarbij preventie op maat nodig is?

1.08

Antwoord

Het betreft een gezond persoon zonder medische klachten of gerelateerde aandoening, dit is geen zorg voor de huisarts.

1.09

Vervolgvraag

Er is sprake van een groep patiënten. Hebben ze dezelfde specifieke medische klacht of gerelateerde aandoening?

1.10

Antwoord

Er is sprake van groepspreventie van mensen zonder een specifieke medische klacht of gerelateerde aandoening. Let op: dit is geen basishuisartsenzorg, maar kan eventueel wel als aanvullend of bijzonder aanbod worden aangeboden.

1.11

Vervolgvraag

Is sprake van een care-verpleegkundig/verzorgend probleem?

Care-probleem: een probleem dat ligt op het terrein van de verpleegkundige/verzorgende en waar geen medische kennis, diagnostiek of behandeling nodig is.

1.12

Vervolgvraag

Kan de patiënt thuis worden verzorgd?

1.13

Antwoord

Verwijs naar wijkverpleging voor indicatiestelling en organisatie van thuisverpleging of -verzorging.

1.14

Vervolgvraag

Woont de patiënt al in een instelling? (vb: verzorgingshuis, kleinschalige woonvorm)

1.15

Antwoord

Verwijs naar de wijkverpleging verbonden aan de instelling voor het opschalen van de zorg. Let op: besluit u zelf verpleegkundige zorg te coördineren in bijvoorbeeld een kleinschalige woonvorm, mogelijk samen met uw POH voor ouderen, dan is dit aanvullend aanbod.

1.16

Vervolgvraag

Is sprake van een spoedsituatie?

1.23

Vervolgvraag

Is sprake van een zingevingsvraag?

1.17

Antwoord

Verwijs naar ELV loket. Zie voor meer informatie het dossier eerstelijnsverblijf op de LHV website.

1.18

Vervolgvraag

Is het probleem zonder spoed somatisch of psychogeriatrisch van aard?

1.24

Antwoord

Bespreek met de patient wat bij hem/haar past. Dit kan verwijzing naar een geestelijk verzorger zijn, of naar een geestelijke, een coach, een studiebegeleider. Klik hier voor meer informatie.

1.19

Antwoord

Let op: dit is geen basistaak voor de huisarts. Wijs de patiënt en diens vertegenwoordiger op de website van het CIZ, waar zij zelf een aanvraag kunnen doen.

1.20

Antwoord

Verwijs naar de casemanager dementie. Verzet de patiënt zich tegen noodzakelijke opname? Verwijs voor een beoordeling volgens de Wet Zorg en Dwang (WZD) naar de SO/WZD-functionaris.

1.25

Antwoord

Het doorlopen van het schema heeft geen duidelijkheid gegeven over waar de vraag thuis hoort. U kunt het volgende overwegen:

  • Mogelijk heeft u meer gegevens nodig , neem contact op met de zorgvrager
  • Mogelijk kan overleg met een collega uit de praktijk u verder helpen
  • Overleg met een kaderhuisarts of andere specialist
  • Voor overleg kunt u altijd contact opnemen met de LHV

1.21

Vervolgvraag

Is sprake van een sociaal/welzijns probleem?

1.22

Antwoord

Verwijs naar loket gemeente, Wmo-loket in gemeente/wijk of direct naar een bekende hulpverlener volgens bestaande afspraken binnen uw wijk.

2.00

Vervolgvraag

Is sprake van een medisch-generalistisch (huisartsgeneeskundig) probleem?

Om tot een antwoord te komen kunt u zichzelf de 3 vragen stellen, te vinden onder de i. Ook vindt u hier de definitie van medisch-generalistisch.

2.01

Antwoord

U kunt ervoor kiezen te verwijzen (extern) of in eigen beheer te doen als aanvullend/bijzonder aanbod.

2.02

Vervolgvraag

Aanvullend onderzoek is nodig om te bepalen of sprake is van een medisch generalistisch probleem. Er is wachttijd voordat de resultaten van het onderzoek bekend zijn.

U gaat daarna verder in de LHV Aanbodwijzer: duidt de uitslag op een medisch generalistisch probleem? Zie de toelichting voor de definitie van medisch-generalistisch.

2.03

Antwoord

Hier kunt u ook weer in eigen beheer verder gaan en u kunt verwijzen.

3.00

Vervolgvraag

Interventie, advies of behandeling is nodig. Bepaal of de behandeling in eigen beheer (intern) of door anderen (extern) wordt gedaan?

3.01

Antwoord

Verwijs binnen 1e lijn.

3.02

Vervolgvraag

Gaat u het in eigen beheer doen?

3.03

Antwoord

U bent van plan aanvullend aanbod in de huisartsenpraktijk aan te bieden. Vanzelfsprekend bent u vrij dit te doen, u bent het echter niet verplicht richting uw patiënten. Wees u zich er daarom bewust van dat uw basisaanbod hierdoor niet in de knel mag komen.

3.04

Vervolgvraag

Is het huisartsgeneeskundige basiszorg?

3.05

Antwoord

Start behandeling

Ja
Nee
Nee
Ja
Nee
Ja
Ja
Nee
Nee
Nee
Nee
Ja
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Somatisch
PG
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Ja
Nee
Nee
Nog onduidelijk
Nee
Ja
Ja
Ja
Ja
Extern
Nee
Nee
Ja
Intern
Ja